Eigenschappen: Het diergeneesmiddel is een insecticide en acaricide oplossing voor topicaal gebruik.
Het doodt vlooien binnen 24 uur, teken en luizen binnen 48 uur na blootstelling.
Het bevat een combinatie van een adulticide actieve substantie, fipronil, en een ovicide en larvicide actieve substantie, (S)-methopreen:
- Fipronil is een insecticide en acaricide dat behoort tot de familie van de phenylpyrazolen.
Het werkt door interactie met ligand-gemedieerde chloride kanalen, in het bijzonder deze die worden gemedieerd door de neurotransmitter gamma-aminoboterzuur (GABA), waardoor de pre- en postsynaptische transfer van chloride ionen door de celmembranen wordt geblokkeerd. Dit leidt tot een ongecontroleerde activiteit van het centrale zenuwstelsel, waardoor insecten of acariden worden gedood.
Fipronil doodt vlooien binnen 24 uur en teken (Dermacentor variabilis, Rhipicephalus sanguineus, Ixodes scapularis, Ixodes ricinus, Haemaphysalis longicornis, Haemaphysalis flava, Haemaphysalis campanulata) en luizen binnen 48 uur na blootstelling aan het diergeneesmiddel.
- (S)-methopreen is een "insect growth regulator (IGR)" dat behoort tot de klasse van de juveniele hormoon analogen.
Het verhindert de ontwikkeling van de onvolwassen stadia van insecten. Deze substantie bootst de werking van het juveniel hormoon na, waardoor de onvolwassen stadia van vlooien in hun groei worden geremd en gedood.
De ovicide activiteit van (S)-methopreen, aangebracht op het dier, wordt veroorzaakt door de directe penetratie van de eischaal van versgelegde eieren of door absorptie door de cuticula van volwassen vlooien heen.
(S)-methopreen verhindert ook de ontwikkeling van vlooienlarven en poppen. Hierdoor wordt de besmetting van de omgeving door onvolwassen stadia van de vlooien vermeden.
Werkzaamheid bij katten:
De insecticide werkzaamheid tegen nieuwe infestaties met volwassen vlooien houdt gedurende 4 weken aan.
Het diergeneesmiddel heeft een persisterende acaricide werking tot 2 weken tegen teken (gebaseerd op experimentele gegevens).
Werkzaamheid bij fretten:
De insecticide werkzaamheid tegen nieuwe infestaties met volwassen vlooien houdt gedurende 4 weken aan.
Het diergeneesmiddel heeft een persisterende acaricide werking gedurende 4 weken tegen teken (gebaseerd op experimentele gegevens).
Indicaties: Doeldiersoorten: katten en fretten
Bij katten:
- Tegen infestaties met vlooien, alleen of in combinatie met teken en/ of bijtende luizen
- Voor de eliminatie van vlooien (Ctenocephalides spp.)
- Ter
preventie van de vermenigvuldiging van vlooien door inhibitie van de ontwikkeling van eieren (ovicide werking), van larven en poppen (larvicide werking) afkomstig van eieren die werden gelegd door volwassen vlooien gedurende 6 weken na toediening
-
Voor de eliminatie van teken (Ixodes ricinus, Dermacentor variabilis, Rhipicephalus sanguineus)
-
Voor de eliminatie van bijtende luizen (Felicola subrostratus)
Bij fretten:
- Tegen infestaties met vlooien, alleen of in combinatie met teken
-
Voor de eliminatie van vlooien (Ctenocephalides spp.)
-
Ter preventie van de vermenigvuldiging van vlooien door inhibitie van de ontwikkeling van eieren (ovicide werking), van larven en poppen (larvicide werking) afkomstig van eieren die werden gelegd door volwassen vlooien
-
Voor de eliminatie van teken (Ixodes ricinus)
Contra-indicaties: - In afwezigheid van beschikbare gegevens, het diergeneesmiddel niet toedienen aan kittens jonger dan 8 weken oud en/ of aan kittens die minder dan 1 kg wegen.
- Het diergeneesmiddel niet toedienen aan fretten jonger dan 6 maanden oud.
- Niet gebruiken bij zieke (systemische ziekten, koorts) of herstellende dieren.
- Niet gebruiken bij konijnen, aangezien bijwerkingen en zelfs sterfte kunnen voorkomen.
- In afwezigheid van studies wordt het gebruik van dit diergeneesmiddel niet aanbevolen bij nietdoeldiersoorten.
Samenstelling: Fipronil, (S)-methopreen; hulpstoffen: butylhydroxytolueen (E321), butylhydroxyanisol (E320), ethanol, polysorbaat 80 (E433), polyvidon, diethyleenglycol monoethyl ether
Analyse van de samenstelling:
|
/pipet |
Fipronil |
50mg |
(S)-methopreen |
60mg |
Butylhydroxyanisol (E320) |
0,10mg |
Butylhydroxytolueen (E321) |
0,05mg |
Actieve samenstelling: Fipronil 10% w/ v, (S)-methopreen 12% w/ v
Gebruiksaanwijzing: - Katten:
Eén pipet van 0,5 ml per kat overeenkomend met de minimaal aanbevolen dosis van 5 mg fipronil per kg en 6 mg (S)-methopreen per kg, voor toediening als spot-on
In afwezigheid van veiligheidsstudies is het minimale behandelingsinterval 4 weken.
- Fretten:
Eén pipet van 0,5 ml per fret, overeenkomend met een dosis van 50 mg fipronil en 60 mg (S)-methopreen per fret, voor lokale toepassing op de huid
Het minimale behandelingsinterval is 4 weken.
Methode van toediening:
Houd de pipet rechtop.
Tik tegen het smalle deel van de pipet om ervoor te zorgen dat de inhoud in het onderste deel van de pipet blijft.
Breek het topje van de pipet af.
De haren dienen aan de basis van de nek voor de schouderbladen opzij te worden geduwd tot de huid zichtbaar is.
Plaats de top van de pipet op de huid en druk er een aantal keren op om de inhoud volledig en direct op de huid op één plaats aan te brengen.
Voorzorgsmaatregelen: Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
- Niet overdoseren.
- Vermijd contact met de ogen van het dier.
- Het is belangrijk ervoor te zorgen dat het diergeneesmiddel op een plaats wordt toegediend waar het niet opgelikt kan worden en ervoor te zorgen dat dieren elkaar niet likken na de behandeling.
- Er kan een aanhechting voorkomen van een enkele teek. Hierdoor kan de overdracht van infectieuze ziekten onder ongunstige omstandigheden niet volledig uitgesloten worden.
- Vlooien van huisdieren infesteren vaak de mand van het dier, de inhoud en de gewoonlijke rustplaatsen zoals tapijten en meubilair die behandeld moeten worden, in geval van een massale infestatie en bij de aanvang van de bestrijdingsmaatregelen, met een gepast bestrijdingsmiddel en door regelmatig stofzuigen.
- Er zijn geen gegevens beschikbaar die het effect bestuderen van baden of wassen op de werkzaamheid van het diergeneesmiddel bij katten en fretten. Echter, gebaseerd op informatie beschikbaar bij honden die werden gewassen met een shampoo vanaf 2 dagen na behandeling, wordt aanbevolen om dieren niet te baden binnen 2 dagen na toediening van het diergeneesmiddel.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient:
- Dit diergeneesmiddel kan irritatie van de slijmvliezen, huid en ogen veroorzaken, daarom moet contact van het diergeneesmiddel met de mond, huid en ogen vermeden worden. Na accidentele blootstelling moet het oog zorgvuldig met zuiver water worden gespoeld.
- Dieren en personen met een bekende overgevoeligheid voor insecticiden of alcohol moeten contact met het diergeneesmiddel vermijden.
- Vermijd contact van de inhoud van de pipet met de vingers. Indien dit optreedt, de handen wassen met zeep en water.
- Handen wassen na gebruik.
- Behandelde dieren mogen niet aangeraakt worden tot de toedieningsplaats droog is, en kinderen mogen niet met de behandelde dieren spelen totdat de toedieningsplaats droog is. Daarom wordt het aanbevolen om dieren niet tijdens de dag te behandelen, maar in de vroege avond en om recent behandelde dieren niet te laten slapen bij de eigenaren, en in het bijzonder bij kinderen.
- Tijdens de toepassing niet roken, drinken of eten.
- Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Dracht en lactatie:
- Kat: kan tijdens de dracht worden gebruikt.
- Fret: de veiligheid van het diergeneesmiddel is niet bewezen bij fretten gedurende de dracht en lactatie. Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten/ risicobeoordeling door de behandelende dierenarts.
Inhoud: 6 pipetten x 0,5 ml
Kenmerken:
Merk |
Frontline
|
Categorie |
Spot on
|
Reviews |
0/5 (0 reviews)
|
Tekst verminderen